Om mij en mijn vriend uit het huwelijksmoeras te trekken had Tineke aan een fractie van de tijd die wij hadden gespendeerd er in weg te zakken genoeg. Dat ik hem destijds als liefje had gekozen om zelf te groeien was een eyeopener en het gaf meteen verlichting. Ze wist de problemen tussen hem en mij om te toveren tot een kans voor ons beiden. Nee, als wij eruit wilden komen hoefden we niet uit elkaar; het enige wat nodig was: die kans te grijpen. Ze liet ons vechten, lopen, luisteren, vooral ook naar onszelf. Ze liet ons waarnemen, loslaten – en nog eens waarnemen; want hoe kun je gevoelens loslaten die je nog niet hebt gevoeld, niet echt?
Later kwam ik nog eens terug, alleen. En ook al wist ik wat ze zo ongeveer ging zeggen; ik wilde het van haar horen, haar woorden, haar stem. Nog altijd als het kind in mij begint te krijsen moet ik aan haar denken. ‘Tineke-stuff’ heet dat nu in mijn jargon. Tijd om weer eens te gaan, zeg ik dan, even een re-fill. Uiteindelijk ga ik zelden; terugdenken aan haar wijze woorden is meestal al genoeg.